Nieuwe wachtstatussen langdurige zorg

Wanneer iemand met een indicatie voor de Wet langdurige zorg (Wlz) nog niet direct terecht kan bij de aanbieder van zijn of haar voorkeur, dan volgt plaatsing op een wachtlijst. Per 1 januari 2021 wordt binnen de Wlz gewerkt met een nieuwe indeling in hoe iemand op een wachtlijst staat: de wachtstatus. Deze indeling geeft meer inzicht in de wensen en behoeften van de klant, en ook in de noodzaak tot plaatsing. De nieuwe indeling is ontwikkeld door de zorgkantoren en Zorginstituut Nederland.

27 november 2020

Waarom nieuwe wachtstatussen?

Cliënten met een Wlz-indicatie worden tot 2021 geregistreerd in de categorieën actief wachtenden (18%) en niet-actief wachtenden (82%). De groep die niet-actief wachtend is, heeft bijna allemaal (93%) zorg aan huis. Binnen deze laatste groep is de diversiteit in zorgbehoefte groot. De een staat ‘uit voorzorg’ op een wachtlijst, de ander wacht op een partneropname of op een plaats in een specifieke locatie. Maar er zijn ook wachtenden waarbij het thuis eigenlijk niet meer gaat en waarbij bemiddeling naar een opname nodig is. Uit een steekproef van de zorgkantoren onder ouderen op de wachtlijst bleek dat ruim één op de tien wel zo snel mogelijk naar het verpleeghuis wil of moet. Dit zijn dus eigenlijk actief wachtenden die in aanmerking komen voor bemiddeling.

Zorgkantoren hebben daarom met Zorginstituut Nederland de nieuwe indeling van de wachtlijsten gemaakt. Deze bestaat uit 4 categorieën:

  1. Urgent plaatsen
  2. Actief plaatsen
  3. Wacht op voorkeur
  4. Wacht uit voorzorg

Extra classificatie

Ook nieuw is dat elke categorie wordt voorzien van een extra classificatie die meer inzicht geeft in de wens van de klant en de noodzaak tot plaatsing. Bijvoorbeeld de classificatie ‘partneropname’, ‘specifieke locatie’ of ‘doorstroom ziekenhuis’. De zorgaanbieder stelt, samen met de klant, de wachtstatus en classificatie vast. Waar nodig ondersteunt het zorgkantoor hierbij.

Geldig voor alle Wlz-indicaties

De nieuwe indeling wordt ingevoerd vanaf 1 januari voor iedereen met een Wlz-indicatie die wacht op plaatsing in een zorginstelling. Dus zowel voor de ouderenzorg (sector V&V), als voor de verstandelijk gehandicaptenzorg (VG), de geestelijke gezondheidszorg (GGz) en de lichamelijk en zintuigelijk gehandicaptenzorg (LG en ZG).

Bron: Zorgverzekeraars Nederland